Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [17]Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er [18]niet meer zal gezegd worden: [Zo waarachtig als] de HEERE leeft, Die de kinderen Israels uit Egypteland heeft opgevoerd! 17. Vergelijk Hos.2:13, met de aantekening. 18. Dat is, niet zozeer en hoog als wel te voren; [vergelijk de manier van spreken met boven hfdst.3 vs.16; Spreuk.8:10, en Hos.6:6], eensdeels omdat de ellende, die zij van de Babyloniers zouden lijden, veel groter en gruwelijker zou zijn, [hetwelk hun God in deze beide verzen inscherpt] dan die zij van de Egyptenaars hadden geleden, en dienvolgens deze nieuwe verlossing te heerlijker; anderdeels omdat in deze mede gezien wordt op de toekomstige verlossing uit het geestelijke Babel, die de Heiland Christus niet alleen het uitverkoren overblijfsel der Joden, maar ook den heidenen zou aanbrengen, waarvan in de laatste verzen van Jes.16: klaarlijk gesproken wordt; voor welke overgrote weldaad zij allen hunnen Zaligmaker zouden dienen en eren, hetwelk door het volgende formulier des eeds ook wordt te kennen gegeven; vergelijk onder hfdst.23 vs.7,8; Jes.43:18,19, enz.